
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
Artikel 38 Jaarplan, jaarverslag en rapportages van Inspectie Werk en Inkomen
1
De Inspectie Werk en Inkomen legt eens per vier jaar vóór 1 juli een meerjarig toezichtsplan en jaarlijks vóór 1 juli een plan van werkzaamheden aan Onze Minister voor. De Inspectie Werk en Inkomen stelt deze plannen, nadat daarover met Onze Minister overleg is gepleegd, vast.
2
Jaarlijks vóór 1 mei stelt de Inspectie Werk en Inkomen een verslag op over de uitkomsten van de toezichtswerkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar. Onze Minister brengt het jaarverslag, voorzien van zijn oordeel, vóór de derde woensdag in mei ter kennis van de beide Kamers der Staten-Generaal.
3
Onze Minister brengt de bescheiden, bedoeld in het eerste lid, alsmede alle overige, door de Inspectie Werk en Inkomen relevant geachte, rapportages, in de vorm waarin deze hem zijn voorgelegd en voorzien van zijn oordeel, binnen vier weken na ontvangst, ter kennis aan de beide kamers der Staten-Generaal.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.